Jaarcongres 2025
Verslag jaarcongres Vereniging Groen van Prinsterer
Vrijdag 21 maart 2025
Locatie: congrescentrum Landgoed Zonheuvel in Doorn.
Congresthema: Weerbaar leven
Voorzitter Jan Waaijer opent de bijeenkomst van onze honderdjarige vereniging. Op een later moment zal uiteraard worden stil gestaan bij deze mijlpaal. Hij reflecteert op het congresthema “weerbaarheid” en vond daarbij houvast in de begrippen ‘grondhouding’ en ‘handelingsperspectief’, die door Beatrice de Graaf in verband met maatschappelijke weerbaarheid werden gehanteerd in een recente uitzending van Buitenhof. Bij Hannah Arendt vindt de mens bij de “tweede geboorte” op “het goede moment” als verantwoordelijke persoon zijn of haar grondhouding. Arendt ziet vooral “de Hoop” als aanjager van nieuwe energie. Van haar is ook de uitspraak. “Zonder vergeving geen toekomst”. Als je blijft hangen in het verleden kun je niet vooruitkomen. Vergeving is voor Arendt een belangrijke kernwaarde. Volgens Jan Waaijer wordt ook aan ons als verantwoordelijke mensen de vraag gesteld of wij het goede moment herkennen en vanaf de goede plek (subsidiariteitsbeginsel) willen meehelpen elkaar en de samenleving handelingsperspectief te bieden. Organiseer verantwoordelijkheden daar waar die voelbaar en tastbaar zijn. Handelingsperspectief bieden kan door overal het werk en de persoonlijke bijdrage weer dichter bij de mens te brengen. De driehoek markt, overheid, samenleving is uit balans en moet weer nabij de weerbare en verantwoordelijke mens worden ingericht. Waaijer roept ons op niet te vluchten of te bevriezen, maar als vechters geïnspireerd door de heilige boodschap de wereld binnen ons eigen bereik wat mooier te maken. Het zijn sombere tijden maar laten wij ons spiegelen aan de Emmaüsgangers. Twee mensen die somber en teleurgesteld op weg gingen, maar nieuwe hoop putten uit de ontmoeting met een onbekende. Laten wij ons openstellen voor het goede dat van Hem komt. Dat maakt ons weerbaar.
Bort Koelewijn ervaart de vragen die worden gesteld in de startnotie (zie bijlage) als zwaar, maar ook als vragen die raken aan de identiteit van de Vereniging Groen van Prinsterer: diep respect voor het democratisch-rechtsstatelijke ethos; oog voor het algemeen belang; het uitdragen van het christelijk-sociale gedachtengoed om vrede in de samenleving te bewaren; politici die naar elkaar luisteren en samen zoeken naar oplossingen; ervoor zorgen dat inwoners zij-aan-zij kunnen staan met respect voor de opvattingen die zij hebben en wie zij zijn. De politiek van vandaag laat echter een ander gezicht zien. Pasklare antwoorden op bijvoorbeeld de vraag hoe wij democratische waarden in de harten en hoofden van burgers kunnen borgen heeft hij niet. Maar we moeten er onvermoeibaar met elkaar over in gesprek. Als waarnemend burgemeester van Bunschoten - Spakenburg ervaart hij nu ook hoezeer raadsleden beducht zijn voor de volgende verkiezingen. Wie durft nog iets positiefs zeggen over asielzoekers? Wie zwengelt nog een discussie aan over de waarden waar je als partijen voor staat? In gesprek met inwoners en leerlingen op scholen onderscheidt hij overigens het begrip weerbaarheid (Hoe voorkom je dat je valt) van het begrip veerkracht (Hoe sta je zo snel mogelijk weer op als je gevallen bent).
Bort Koelewijn gaat allereerst in op de weerbaarheid tegen maatschappelijke bedreigingen, de versterking van de zelfredzaamheid in verband me spanningen van buitenaf. Onder verwijzing naar de coördinatiestructuur in Finland en Zweden tot in de haarvaten van de samenleving duidt hij ons versnipperde systeem van crisisbeheersing en rampenbestrijding en het onvoldoende besef van urgentie. Direct aansluitend gaan wij in gesprek over de vraag wat wij in onveilige tijden in eigen omgeving kunnen doen aan bewustwording; nonchalance, noodpakketten en schuilkelders, de rol van de overheid (weten wat er leeft), voorzorgsbeginsel, gezag, veiligheid en veiligheidsgevoel, proportionaliteit, acceptatievermogen van de samenleving, afrekencultuur, lef en leiding, moedig voortgaan.
Vervolgens vraagt onze inleider aandacht voor ‘samenredzaamheid’. De noodzaak om in straten en wijken voor elkaar te zorgen. Onder verwijzing naar de vergrijzingsgolf die op ons afkomt. De vraag naar zorg neemt toe, het aanbod van professionele hulp neemt af. Hoe kunnen we dit oplossen? Zo lang mogelijk thuis wonen met inzet van netwerk en technologie; thuiszorg vriendelijke woningen; versterking sociale omgeving (buurten, vrijwilligers, kerken); ontmoetingsplekken en ondersteuning kwetsbare groepen; versterking samenwerking ketenpartners; “een wereld aan gemeenschappen, zorg coöperaties op dorpsniveau; voorzorgcirkels (groepen met verbinders naar zorgorganisaties).
In het aansluitende gesprek worden de rol van voedselbanken, broodfondsen, telefooncirkels, wijk- en buurtbeheer, buurtapps benoemd. Ook de moeilijke vraag naar onze persoonlijke bereidheid om zij aan zij een bijdrage te leveren aan elkaar en aan burgers in de knel wordt onder ogen gezien.
Bort Koelewijn erkent dat voor alles een tijd is, maar ervaart de omgangsvormen van ministers, de diplomatieke verhoudingen, het weerstandsvermogen van onze democratie als beklemmend. In het verlengde van de oproep van Beatrice de Graaf roept hij op een grondtoon van mededogen en van het verlangen naar vrede en recht in ons te laten doorklinken. De verhalen die wij aan elkaar vertellen mogen troost en verlichting bieden. Het verhaal waarin begrippen als samenwerking, vertrouwen geven, waarderen en verbinden centraal staan. Het verhaal over de mens en zijn gemeenschap. Het verhaal over vrijheid in gelijkwaardigheid en verantwoordelijk burgerschap. We moeten het verlangen naar vrede en recht opnieuw bedenken, vertalen en uitdragen. Hoe worden we morele doorzetters? Zonder recht en naastenliefde stort de samenleving in. Beatrice de Graaf benadrukte het richtinggevende karakter van de zeven deugden: wijsheid, dapperheid of moed, rechtvaardigheid, beheersing, geloof, hoop en liefde. Waarden die een bestuur gezond houden en onze veerkracht invulling geven.
Tenslotte gaat hij in op de vraag hoe wij onze persoonlijke weerbaarheid en veerkracht kunnen onderhouden. In dat verband vergroot hij de veerkracht van Aleksey Navalny uit. “De enige momenten in ons leven die ertoe doen zijn de momenten waarop we het juiste doen, de momenten waarop we niet ons hoofd buigen, maar waarop we ons hoofd opheffen en elkaar aankijken”.
In het verlengde daarvan delen wij enkele persoonlijke momenten van weerbaarheid en veerkracht.
Biograaf Gertjan Schutte neemt ons als tweede inleider allereerst mee in de tijdlijn van Groens leven: schakend met Russische militairen, studerend in Leiden. Zijn huwelijk met Betsy, de verhuizing naar Brussel en de Belgische revolutie. Zijn persoonlijke (geloofs-)overtuiging en ontwikkeling in relatie tot zijn publieke carrière als ambtenaar en opiniejournalist; schrijver van adressen over kerk, slavernij, scholen, zending; durfinvesteerder. Middenin een naar nieuwe vormen zoekende maatschappij waarin hij zich als lid van de Tweede Kamer uiteindelijk ontpopt tot een weerbare politicus.
De keuze om als politieke innovator een politieke partij te beginnen tegen de liberale stroom in. Moeilijke momenten waren er voor Groen ook: vanwege onvervulbare voorwaarden afzien van het ambt van premier en minister. Onwrikbaar in zijn visie op Nederland als protestantse natie en schoolbestuur in handen van de kerk vertrok hij uit de politiek. Maar keerde uit plichtsgevoel later toch weer terug. De laatste fase van het leven kostte zijn achteruitgang hem grote moeite, maar verhief hij de handen naar omhoog, zoals te lezen valt in de kroniek van Betsy over zijn laatste dagen..
Gertjan Schutte spreekt tenslotte zijn moeite uit met het pleidooi van sommigen voor weerbaarheid, zonder daarvoor een persoonlijke prijs te betalen. Zijn standpunt als jonge vader kantelt echter vanwege de dreigingen, de noodzaak vast te houden aan een idee dat groter is dan je zelf en verantwoordelijkheid te nemen voor je naasten met zicht op de langere termijn. Net als Groen werkend in het laboratorium van de samenleving. Het was misschien raadzaam geweest als Groen soms iets beter zou hebben geluisterd naar zijn beste vrienden.
Schutte zoekt zijn weerbaarheid eerder bij Grünberg (Vreugdeloosheid is geen deugd. En wanhoop ook niet) en bij Havèl (Hoop is niet hetzelfde als optimisme. Het is niet de overtuiging dat iets goed afloopt. Maar de zekerheid dat iets zinvol is, ongeacht hoe het zal uitpakken en aflopen).
Tijdens de huishoudelijke vergadering
Staan wij stil bij het overlijden van Marten Koopman (voormalig lid van ons dagelijks bestuur), en Gerben Middeldorp
Onderkennen wij onze broosheid
Ontvangen wij de hartelijke groet van een zestal leden en nemen kennis van een groot aantal leden die zich met kennisgeving voor deze vergadering hebben afgemeld
Keurt de vergadering op advies en van de kascontrole commissie (Kees Boender en Albert Rodenboog), rekening houdend met enkele kritische kanttekeningen, onder dank voor de inzet van onze penningmeester, de jaarrekening 2024 van harte goed
Nemen wij het voorstel onze vereniging op een nader te bepalen moment op te heffen in welwillende overweging
Informeert onze voorzitter ons over de plannen van de Stichting Groen van Prinsterer (samenwerking met Stichting Alfa Omega; Ontvangst Kabinet van de Koning; enkele projecten in het Groenjaar; afstemming plannen met het Christelijk Sociaal Congres; de noodzaak van voortgaande fondsenwerving voor de biografie)
GKZ 20250715