Verslag jaarcongres 2023
Verslag jaarcongres Vereniging Groen van Prinsterer 24 maart 2023
Congresthema: Zien we elkaar nog wel staan?
Rondom dit thema werd het congres van de vereniging Groen van Prinsterer georganiseerd op vrijdagmiddag 24 maart 2023 in congrescentrum Landgoed Zonheuvel in Doorn.
Voorzitter Jan Waaijer opent de bijeenkomst met een duiding van de achter ons liggende jaren: de Corona periode, het laatste formele congres in 2020, een enkele digitale bijeenkomst, de relatie met de Bestuurdersvereniging, de start van de biograaf van Groen van Prinsterer.
Over de omgang van burgers en bestuur: erkenning van problemen
Terug in de actualiteit van de recente provinciale verkiezingen signaleert Jan Waaijer de reflex om direct na de uitslag de stemmen in de Senaat te tellen, in te zoomen op de vraag naar de macht. Zonder zich de vraag te stellen naar de betekenis van de boodschap van de kiezers. De (tegenvallende) uitslag wordt op voorhand kleiner gemaakt. Hij poneert bij wijze van aftrap voor de discussie de stelling: Breek het regeerakkoord open en vertaal daarin direct de verkiezingsboodschap. Haal Remkes nog eenmaal van stal, wellicht samen met Cees Veerman.
Er is sprake van turbulentie, onrust en onvrede in het land. Burgers ervaren de grote affaires als bedreigend. Het kleiner maken van de afzonderlijke kwesties als tekortschietend oplossend vermogen. Het effect is en een uitholling van het vertrouwen in de overheid. De centrale onderliggende vraag – heeft de overheid dit over zichzelf afgeroepen of is het iets dat van buiten komt – wordt niet fundamenteel behandeld.
Onder verwijzing naar de TV serie “Het echte leven in de dierentuin” vraagt hij zich af wat wij zouden leren als wij op eenzelfde wijze met verborgen camera’s zouden kunnen kijken naar de politiek bestuurlijke wereld. Het zou wellicht onthullend zijn als wij zicht zouden krijgen op de diepe drijfveren van journalisten, politicologen en analisten. Wat is instinct of spontaan, wat is beredeneerd? Waarom botsen een zwerm vogels of vissen niet? En waarom voetbalsupporters of wielrenners in een peloton dikwijls wel? Een kind gaf onlangs het antwoord: mensen denken na en dieren niet. Wat zijn natuurlijke reflexen en wat zeggen het verstand en de rede?
Twee jaar geleden analyseerde Jan Waaijer de openbaar gemaakt notulen van de ministerraad over de Toeslagaffaire. Enkele opvallende conclusies:
- Problemen worden bewust kleiner gemaakt
- Het vraagstuk wordt, ongeacht de dwarsverbanden, geïsoleerd
- Er is een fundamenteel gebrek aan empathie
- Geen belangstelling voor de uitvoering
De Toeslagenaffaire, aardbevingsgebied Groningen, het recente OOV-rapport: Problemen worden standaard onderschat, sectoraal behandeld en bewust kleiner gemaakt. Er blijkt volstrekt onvoldoende inlevingsvermogen en geen oog voor de (kwaliteit van) de uitvoering. Onlangs schetste Reinier van Zutphen het tekort aan afstemming tussen de 200 ZBO’s, de 12 provincies en 340 gemeenten. Vanuit deze analyse tekende het congresthema zich af. Guido Rijnja, communicatieadviseur RVD, bepleit een fundamenteel andere benadering van dilemma’s: Een paradigmawisseling via het drieluik, erkenning, ordening, perspectief. Aansluitend zal Ben Visser vanuit onze eigen gelederen, maar vooral als burgemeester van Eemsdelta, zijn conclusies over de schade afhandeling van de Groningers met ons delen.
Over de omgang met weerstanden: ordening van beleid en communicatie
Volgens Guido Rijnja zijn in essentie alle geschetste affaires en het tekortschietende vertrouwen in de overheid te herleiden tot het gebrek aan erkenning. Daarom is het congresthema: “Zien we elkaar nog wel staan” actueel en goed gekozen. Het is noodzakelijk dat we elkaar ruimte geven. Ruimte, die woordvoeders of gesprekspartners elkaar gunnen, maakt vrij. Ons systeem is ingericht op een goede balans tussen macht en tegenmacht. Alles draait om betekenisvolle communicatie. Om de vier jaren mogen we opnieuw beginnen.
Als adviseur van het Rijks brede overleg van secretarissen-generaal is hij in de positie mee te denken over de omgang met kwesties die weerstand oproepen.
Recent bijvoorbeeld over ‘de kramp rondom actieve openbaarheid’. Gaan wij daar als departementen wel over? Moeten wij schurende kwesties wellicht niet even laten rusten? Vanuit het perspectief van NIVEA (Niet Invullen Voor Een Ander). Hoe om te gaan met ongemak? Via framing is er in het Haagse meestal meer erkenning voor het probleem dan voor een erkenning van de onderliggende zorgen. “Genieten van weerstand” en het onderkennen van onvervulde, onbenoemde verlangens zou wel eens veel nuttiger kunnen zijn. De onderliggende dilemma’s worden onvoldoende gedeeld en sluiten niet aan op de woorden die mensen er zelf aan geven. Hij introduceerde het begrip ‘Dilemmalogica’, of: alles begint bij erkenning. Pas daarna kan er ruimte zijn voor ordening van gedeelde vragen en onderliggende waarden. En vervolgens mag er perspectief ontstaan. De inleider formuleert drie hulpvragen:
- Wie doen ertoe? En waar verlangen ze naar?
- Wat scheidt en wat bindt? Wat zijn de te onderscheiden belangen?
- Wat heb je nodig? Vanuit een houding van niet weten. Zien we elkaar nog wel staan?
De heer Rijnja trekt een parallel met de economische transactietheorie: Contact, Contract, Control. Omwille van het wederzijdse vertrouwen is de eerste fase cruciaal. “Vertrouwen is het risico nemen dat iemand je in de steek laat”.
Er wordt aansluitend van gedachten gewisseld over het politieke systeem waarin we kennelijk zitten opgesloten. De voorgestelde ‘Dilemmalogica’ veronderstelt een overheid die ruimte neemt en geeft om aan te sluiten. Herstel van een oriëntatie op het algemeen belang, respectvolle omgangsvormen, een vertrouwenwekkende, dienende rol lijken daarvoor voorwaardelijk. Noem het ‘liefdevol’ communiceren. Hoe gaan we weer met elkaar in dia-loog, uitgaande van dat wat de ander nodig heeft. De werkelijkheid is echter zeer complex, vraagstukken steeds meer een onontwarbare kluwen en bewindslieden blijken dikwijls nauwelijks in staat “tot het tevoorschijn luisteren van de onderliggende verwachtingen”.
Over de omgang met Groningen: de kwaliteit van de uitvoering
Vanuit het hart van het aardbevingsgebied wordt Ben Visser soms moedeloos van de ogenschijnlijke onoplosbaarheid van de versterkingsoperatie, de stroperigheid en de bureaucratie. De betrokken bewoners verlangen vooral naar erkenning en rust in hun ziel. Een einde aan de strijd. Zoals een moeder het verwoordde: “Tien jaar lang heb ik gevochten voor mijn huis in plaats van voor mijn zoon”. Aansluitend bij de dilemmalogica behoort het aardbevingsdossier te worden geordend vanuit het uitgangspunt dat elke regio telt. Erkenning en gelijkwaardigheid als perspectief en dus dient de daad bij het woord te worden gevoegd als volgende week de investeringsopgave door de gezamenlijke noordelijke bestuurders zal worden gepresenteerd. Hij citeert, bij wijze van uitgangspunt, “Heb elkaar lief met de innige liefde van broeders en zusters en acht de ander hoger dan uzelf. Ga elkaar voor in eerbetoon. Wees niet traag wat uw inzet betreft”. Een neutrale overheid bestaat volgens Visser niet en dient de inwoners te zien staan. Hij stelt dat het juiste midden dient te worden gezocht in de driehoek Regels (rechtmatigheid), Geld (compensatie en herstel) en Praktijk (wat hebben mensen nodig). De gevolgen van de ‘truc van Wiebes’ (de aangekondigde stopzetting van de gaswinning en de effecten daarvan voor de versterkingsoperatie) zijn ernstig onderschat. Tijdens de presentatie van het eindrapport van de parlementaire enquêtecommissie werd volstrekt duidelijk dat vertrouwen rust op Waarheid, Recht en Gerechtigheid (dat het recht ook gedaan wordt). Er werden door de commissie tien harde conclusies getrokken, die niet los verkrijgbaar zijn. Hij duidt in een kwadrant de verhoudingen tussen publieke en private partijen in dit dossier. Het zicht op het publieke belang is vertroebeld. Via de NAM is de overheid, met onze MP op de bok, als ondernemer gaan handelen. De leveringsverplichting en de belangen van de BV Nederland werden dominant. Herstel is slechts mogelijk door ‘de basis voor het vertrouwen’ weer op orde te brengen, door recht te doen en door tegemoet te komen aan de mensen die onrecht is aangedaan. Dat is veel meer dan louter een geldbedrag ter beschikking stellen. De doelstelling van de versterkingsoperatie is 5000 adressen per jaar. We halen op dit moment nauwelijks 500 per jaar. De uitvoeringsorganisatie dient dus te worden versterkt: Menselijk, Middelen, Mogelijkheden, Merkbaar, Meetbaar.
Hij stelt zich in het verlengde van de verkiezingsuitslag af in hoeverre de overheid nog bekwaam is. Mensen verlangen naar eenvoud en bestaanszekerheid.
Over het systeem als gevangenis: de ‘Hoe’ vraag
In het verlengde van deze indringende inleidingen wordt geworsteld met de vraag of en in hoeverre ‘het systeem’ onze gevangenis is. Hoeveel speelruimte en invloed kan een bestuurder laten gelden? Hoe dan? De overheid, de staat, de kloof, de crises en het wantrouwen. Daar over lijkt het vrijwel onafgebroken te gaan in het maatschappelijk debat. We zijn dus zoekende zonder een bezielend verband en zonder uitzicht.
Guido Rijnja stelt dat ‘de top’ wel degelijk omkijkt. Binnen de bewindsliedenploeg wordt natuurlijk nagedacht over de verbinding met het land en de communicatie met burgers. Volgens hem maakt het verschil als een minister een ideaal heeft en ergens voor durft te gaan. Met betrekking tot het vluchtelingenvraagstuk merkt Ben Visser in dit verband op dat het Noorden, de provincie Groningen, de gemeente Eemsdelta, mede door de persoonlijke inzet van bestuurders een bovengemiddeld aantal vluchtelingen weet te huisvesten. Alles is mensenwerk, er is sprake van bureaucratie (zie het ROB rapport), er is sprake van ‘mediacratie’ en van gerichtheid op de korte termijn, maar de afstand naar de bevolking kan wel degelijk worden overbrugd. Door nabijheid, erkenning, overdracht van feiten en kennis.
Er ontspint zich met de aanwezigen een gesprek over competenties (van de overheid en van bestuurders), ‘maakbaarheid’, onterecht gewekte verwachtingen, erkenning van beperkingen, onmacht, doormodderen, aanspreken, persoonlijke kwetsbaarheid (laat je ervaringen, emoties en betrokkenheid maar zien). Ben je echt in wat je zegt?
Er wordt gepleit voor herbronning, leren, herstel van de relatie tussen spelregels en uitgangspunten, Niet Bij Brood Alleen, de schatkist van het CDA, Pathos en Ethos. Leidinggeven vanuit het hart met een bepaalde soepelheid en met bestuurlijke wijsheid levert gezag op. Daarbij behoort het lef om een podium op te gaan met een eerlijk verhaal. De politiek, het leven, de politicus, de burger zoekt zijn/ haar weg als op een Ganzenbord, als in een labyrint.
Er is ook kritiek op het vooruitschuiven van problemen. Het is beschamend dat we hebben meegewerkt aan uitstel, niet kiezen en het achterstallig onderhoud dat op het bord ligt van toekomstige generaties.
Over perspectief: de kracht van onze verhalen
Er lijkt overeenstemming over de voorwaarden waaraan zou moeten worden voldaan om uit de gevangenis van het systeem(denken) te ontsnappen: herijking van waarden, menselijk maat, vertrouwen, erkenning, bestrijding van zwart-wit denken en polarisatie, kansen bieden voor jongeren, de inzet van de hardheidsclausule, het lef om je zelf te laten zien en onze verhalen verder te dragen.
Jan Waaijer zoekt bij zijn afronding aansluiting bij een hoopvol drieluik:
- In het Oude (of eerste) Testament werd geprofeteerd tegen de klagers (het jeremiërende volk), het vermeende tekort aan erkenning van God en Zijn beloften;
- In het Nieuwe (of tweede) Testament werd de nieuwe orde gecreëerd doordat God Zijn Zoon stuurde, die de mensen erkenning gaf en in de Bergrede (Mattheüs 5) het echte geluk schetste voor mensen die onder andere goed zijn voor anderen en eerlijk;
- Er wordt vervolgens perspectief geboden in gelijkenissen, gesprekken en wonderen. Sta op, neem uw bed op en wandel. Vrouw ga heen en zondig niet meer.
Zou vanuit het drieluik Erkenning, Ordening en Perspectief een nieuwe toekomst denkbaar zijn?
Met deze vraag gaan wij uiteen.
G.K.Z. 20230417